4kleine jonge aardappeltjesgeschild en in frieten gesneden
½bosjepeentjesschoongemaakt, geschild en in de lengte gehalveerd
½stronkbroccoliin roosjes
4eierengekookt
100gramzeekraalca.
½bosjebladselderijgrof gehakt
2limoenenalleen het sap
Instructies
Verwarm de oven voor tot 175 °C. Rooster de maiskolven met wat zout in de oven in 25 minuten beetgaar. Plaats in de laatste 10 minuten de spitskool met peper en zout en de kemirinoten in de oven en bak mee. Haal alles uit de oven en zet apart.
Verhit in een koekenpan of wok een ruime hoeveelheid neutrale olie. Bestrooi de tahuplakjes met peper en zout en bak ze in de pan. Leg weg op een bord met wat keukenpapier.
Zet een diepe koekenpan op halfhoog vuur en verhit wat olie erin. Fruit hierin de sjalotten en knoflook tot de sjalot glazig is. Voeg de plakjes laos, gember, de sereh en rawits toe. Rasp de geroosterde kemirinoten boven de pan en meng het geheel goed door.
Zet het vuur nu lager, doe er de santen bij en laat langzaam smelten. Voeg het water, de bouillonblokjes, de djeroek poeroet- en de salamblaadjes toe.
Doe de aardappeltjes, peentjes en broccoli erbij. Laat het geheel pruttelen tot de groenten beetgaar zijn en er een dikke saus ontstaat, even dik als bijvoorbeeld een curry.
Hak de maiskolven in tweeën (als het een bijgerecht is, dan hak je de maiskolf in vieren). Halveer de eitjes.
Zet 4 grote kommen of diepe borden klaar en schep er ruim sajoer lodeh in. Schep op elk bord ongeveer 2 eetlepels zeekraal. Leg aan één kant op een rijtje de gebakken tahuplakjes op de sajoer lodeh, aan de andere kant de stukken mais. Leg in het midden een hoopje spitskool met daarop twee halve eitjes. Garneer met wat bladselderij en knijp wat limoensap erover uit.