Verwarm de oven voor op 180°C
Bestrooi de kip met zout en peper
Verhit de olie in een grote pan op middelhoog vuur. Bak de kip op de huid tot deze bruin is, een minuut 5-10. Bak daarna de vleeszijde lichtbruin in een paar minuten. Neem de kip uit de pan en zet opzij.
Snij ondertussen de ui in dunne ringen. Snij de paprika in dunne reepjes. Snij de salie in dunne reepjes. Snij de knoflook in dunne plakjes. Snij de pepertjes in dunne reepjes.
Bak de worstjes in dezelfde pan aan beide zijden bruin, ongeveer 2 minuten per kant. Neem de worstjes uit de pan en zet opzij.
Doe nu de ui en paprika in de pan en bak op middlhoog vuur al roerend tot ze zacht zijn en beginnen te bruinen, ongeveer 4 minuten. Voeg salie en knoflook toe, roer door en bak kort zodat de knoflook een beetje gaart maar niet gaat kleuren.
Voeg de pepertjes en hun vloeistof toe. Doe de wijn erbij. Schraap de bruine stukjes van de bodem van de pan met een houten lepel. Kook tot de vloeistof is gehalveerd, ongeveer 2 minuten.
Voeg kippenbouillon en een eetlepel suiker toe. Roer door. Doe de worstjes terug in de pan en leg dan kipstukken in de pan met de huid naar boven. Druk de kip in de saus, groenten en worstjes zodat deze in het vocht verder garen.
Zet de pan in de oven en bak tot de kip knapperig en mals is, ongeveer 30 minuten.
Rooster ondertussen het oude brood licht en leg het in een laag op een dienschaal. Schep de kip, worstjes en de saus op het oude brood. Dien op.