Zet een zware pan op middelhoog vuur en breng de rijst, kippenbouillon en gember aan de kook. Roer regelmatig door om te voorkomen dat de rijst aanbrandt. Zet het vuur laag en laat het zachtjes sudderen, totdat de rijst zacht is, uit elkaar valt en het mengsel romig is en de consistentie van pap heeft. Dat duurt ongeveer 60 tot 75 minuten.
Terwijl de rijst kookt, bereid je de sjalotten en het varkensvlees. Verhit in een koekenpan de olie met de sjalotten op middelhoog vuur. Bak de sjalotten totdat ze goudbruin en krokant zijn, ongeveer 5 minuten. Giet de sjalotten en olie in een kom.
Bak het gehakt in dezelfde pan op hoog vuur aan totdat het gaar is met bruine randjes. Dit duurt ongeveer 5 minuten. Gebruik je kip die al gaar is, warm die dan op in dezelfde pan.
Wanneer de congee klaar is, roer je het varkensvlees erdoor en de sojasaus. Breng verder op smaak met zout en peper. Schep in kommen en garneer met de sjalotten (en sjalot olie naar smaak), lente-uitjes en sesamzaadjes. Wil je het pittiger, gebruik je favoriete chiliolie.