Zet een wok of wajan op het vuur, voeg de bumbu toe met de kokosroom en het zout. Hier is het wel van belang dat je kokosroom gebruikt, omdat het vlees aan het einde van het kookproces bakt in het vet. Als er niet genoeg vet is, bakt het aan. Bovendien is genoemde room zoeter. Dat betekent meer suiker, dat betekent dat karameliseren beter lukt. Ben je nu toch eigenwijs en doe je het met kokosmelk (ik ken jullie), voeg dan aan het einde, bij het karamellisatieproces, een paar eetlepels kokosolie toe. Dan heb je wat extra vet om te bakken.
Goed. Zet het vuur hoog en meng bumbu en kokosroom door elkaar. Voeg het stoofvlees toe samen met het tamarindewater, de salamblaadjes, de sereh en de limoenblaadjes. Laat nu zeker 3 uur onafgedekt stoven op laag vuur. Roer af en toe om. Het vlees zal steeds donkerder van kleur worden.
Zet het vuur na 3 uur hoger, zodat er meer vocht kan verdampen. Trek daar zeker nog 30 minuten voor uit.
Wanneer je het vet boven ziet komen drijven, begin dan met bakken. Bak het vlees op laag vuur in de ingedikte saus onder regelmatig roeren. Ga door tot het vlees donkerbruin is en de saus aan het vlees blijft kleven. Om het karamelisatieproces te versnellen kun je het vlees ook in twee pannen of woks verdelen.