Meng het zout en de suiker goed door elkaar. Dep de buikspek met papier schoon als dat nodig is.
Gebruik een bakblik of ovenschaal waar het buikspek krap inpast. Wrijf de pekel (mengsel van suiker en zout) goed in het vlees. Als er iets van het mengsel overblijft dan gooi je dat weg.
Doe het buikspek in het bakblik of ovenschaal, dek het goed af met vershoudfolie en doe het voor minimaal 6 en maximaal 24 uur in de ijskast.
Haal het vlees, na 6 of 24 uur, uit de ijskast en giet het vocht af. Was het buikspek grondig onder stromend water. Zorg ervoor dat alle pekel verwijderd is.
Verwarm de oven tot 230 graden, doe het vlees met de vetzijde boven in een bakblik en bak het 1 uur in de oven. Na 30 min giet je het vet, dat uit het vlees gesmolten is, een paar keer over het vlees. Doe het dan weer terug in de oven.
Na 1 uur in de oven verlaag je de oventemperatuur naar 120 graden en laat je het vlees nog een uur tot 1:15 uur in de oven. Het buikspek is klaar als het zacht is als je erin drukt, maar het moet niet uit elkaar vallen.
Laat het vlees afkoelen en bewaar het vet eventueel om andere gerechten mee te maken. Als het vlees is afgekoeld, rol je het in vershoudfolie of aluminiumfolie en doe je het in de ijskast.
Als het buikspek koud is haal je het uit de ijskast en snijd je het in plakjes. Doordat het vlees koud is kan je het veel makkelijker snijden. Gebruik het buikspek in een gerecht of vries het in.