Verwarm in een pan of braadslee met dikke bodem de olijfolie tot 80°C. Verwarm er de rozemarijn, chilipeper, knoflooktenen en de citroenzest 30 minuten in, zodat de smaken lekker in de olie trekken.
Verwarm de oven voor op 180 °C. Neem de ingrediënten uit de olie en rooster ze in een ovenschaal in wat afhangende olie goudbruin. Zet opzij voor de puree.
Rooster in een koekenpan de hazelnoten met de komijnpoeder en wat zout en hak ze, eenmaal afgekoeld, grof. Zet eveneens opzij.
Konfijt de kabeljauw 25 minuten in de olijfolie. Zet het vuur uit en laat rusten in de olie.
Kook intussen de aardappels in ruim gezouten water. Giet af en laat uitlekken. Prak er 75 gram boter, rozemarijn, chilipeper, knoflook en citroenzest uit de oven door. Breng op smaak met zout en peper.
Smelt de rest van de boter met de balsamicoazijn en de zee-egelpasta.
Verdeel de puree over de borden. Schep met een schuimspaan voorzichtig de kabeljauw uit de olie en leg op de puree. Bestrooi de vis met zout en hazelnoot en schenk er de zee-egelboter over.