Maal met de vijzel, staafmixer of mini-blender de knoflook, sjalotjes, gember, kemirinoten, terasi en spaanse peper heel fijn. Dit is de bumbu.
Verwarm de olie in een koekenpan. Doe de bumbu met het citroengras en het limoenblad in de pan en fruit op middelhoog vuur.
Bak de bumbu tot het een vaste mengsel is geworden. Voeg de kokosrasp toe. Breng de bumbu op smaak met zout, peper en snufje suiker.
Laat de bumbu afkoelen. Haal het citroengras en limoenblad eruit.
Hak de vis en gamba. Maak de helft van de vis en gamba heel fijn en de andere helft wat grof.
Doe de vis/gamba mengsel in een kom. Voeg daarbij de bumbu en maizena toe.
Breng de mengsel op smaak.
Neem een volle eetlepel van het mengsel. Maak het plat in je hand. Leg de witte stuk van een citroengrasstengel in het mengsel. Verdeel het tot een derde van de stengel. Maak de mengsel dicht en druk het aan de stengel. Herhaal dit tot het mengsel op is.
Bewaar de stengels in de koelkast en bereid ondertussen de sambal Matah.