Pel de uien. Snij ze in twee en vervolgens fijn. Schil de vier wortelen. Snij overlangs in twee en daarna in fijne halve maantjes.
Smelt een klont boter in een grote stoofpot. Kruid het vlees met peper en zout.
Kleur het vlees mooi aan in de bruisende boter. Schroei dicht langs elke kant. Tip: veel vlees? Bak het dan in verschillende keren aan. Draai om met een tang.
Haal het vlees uit de pot. Voeg eventueel een nieuw klontje boter toe. Stoof de ajuin aan. Kruid met laurier en tijm. Voeg de wortelen toe. Stoof kort aan.
Smelt een klontje boter in een andere pan. Borstel de paddenstoelen proper en snij in twee of vier. Stoof aan in de gesmolten boter. Kleur ze mooi aan. Te droog: voeg nog wat boter toe. Kruid met peper en zout.
Doe het aangekleurde vlees terug in de pot bij de ajuin en wortel. Kruid met peper en zout.
Verwijder de korstjes van de twee boterhammen. Wrijf ze in met de mosterd. Snij ze in blokjes. Doe bij het vlees.
Bevochtig met het kriekbier en het patersbier.
Voeg een eetlepel bessengelei, drie kruidnagels en een mespunt nootmuskaat toe. Meng ook de paddenstoelen zonder braadvocht onder het vlees.
Laat twee uur sudderen op een zacht vuurtje onder deksel.